Books Picture Ed Robertson

Stichting Silvio Senn schenkt boeken aan het Orpheus Instituut

Nieuws 8 september 2022

Deze zomer ontving het Orpheus Instituut een fraaie selectie boeken over filosofie, literatuur en muziek vanwege Silvio Senn, oude vriend aan huis van het Instituut. De werken vormen een ideale aanvulling op de eerder verworven Fondsen Corver en Koopman.

Silvio Senn (Bütschwill, Zwitserland, 1940) koestert een levenslange liefde voor muziek. Tijdens zijn leertijd musiceerde hij in het symfonisch orkest (viool), strijkkwartet (altviool) en koor van de abdijschool van Stift Einsiedeln. Ook daarna, toen zijn filosofische praktijk op de voorgrond trad, bleef hij viool spelen.

In de jaren 1960 trok Silvio Senn naar de KU Leuven voor een opleiding filosofie bij fenomenoloog Rudolf Boehm. Hij profiteerde er optimaal van de nalatenschap van Edmund Husserl, die sinds 1939 in Leuven wordt bewaard. Bij zijn afstuderen, in 1967, volgde hij Prof. Boehm naar de Rijksuniversiteit Gent, waar laatstgenoemde als hoogleraar werd aangesteld. Hij kon er onderzoek verrichten met een beurs van het Schweizerisches Nationalfonds.

In 1977 werd Silvio Senn benoemd tot docent Kennisleer en Metafysica aan de Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam. Hij maakte er naam als een origineel denker over de werkelijkheid en het zijn, de wetenschappelijke rationaliteit, de relatie tussen techniek en technologie, maar evengoed de oorspronkelijke betekenis van het woord ‘orgie’. Met zijn disruptieve ideeën en standpunten maakte hij felgesmaakte passages aan de Parijse École Normale Supérieure, het Koninklijk Muziekconservatorium van Gent en het Orpheus Instituut, waar hij cursussen metafysica en muziekesthetica doceerde.

Silvio Senn publiceerde artikels in onder meer Philosophica, Tijdschrift voor filosofie, Tijdschrift voor diplomatie en De uil van Minerva. Als kenner van Hölderlin, Rilke en andere dichters waagde hij zich in 1988 aan een bundel Gedichte, poèmes. In een opmerkelijke bijdrage aan Inter Disciplinas Ars (1998), het allereerste volume van de reeks ‘Geschriften van het Orpheus Instituut’, zette Senn zich af tegen kunst en muziek als instrumenten van wat hij het ‘geïnstitutionaliseerde nihilisme’ noemde. In navolging van Nietzsche pleitte hij resoluut voor Dionysische kunst, die het nihilisme overwint door leven, dood en wereld te erkennen en te vergoddelijken.